Corona land- en tuinbouw

Bekijk de evolutie van de tewerkstelling in de land- en tuinbouwsector in 2020 en 2021, ten tijde van de coronacrisis.

De daling van het aantal extra’s in de land- en tuinbouw ten opzichte van 2019 was in maart nog eerder beperkt. De piek m.b.t. de inzet van extra’s in de land- en tuinbouw wordt echter maar einde 2de kwartaal en in 3de kwartaal bereikt. Gezien het risico dat de gelegenheidswerknemers, voor meer dan 75% afkomstig uit het buitenland, voor de komende periodes niet ter bestemming geraken, werd het contingent voor werknemers en werkgevers voor 2020 verdubbeld, zodat hier aanwezige extra’s langer kunnen blijven werken. Tevens werden de mogelijkheden voor gelegenheidswerk te combineren met een vergoeding (tijdelijke werkloosheid, leefloon, asielzoekers,…) verruimd. De cijfers van april 2020 liggen op het niveau van deze van de overeenstemmende maanden van 2019, en vanaf de maand mei zijn de aantallen zelfs hoger dan in 2019. Dit is mogelijk een effect van het inzetten van werknemers uit andere sectoren die in tijdelijke werkloosheid zijn die niet dezelfde productiviteit hebben of evenveel uren werken en waarvan er mogelijks meer moeten ingezet worden. Tijdens de eerste weken van 2021 zijn de aantallen vergelijkbaar met het voorgaande jaar, en vanaf maart beduidend hoger. Vanaf april liggen de aantallen op het niveau van vorig jaar. Half juni 2020 nam het aantal gelegenheidswerknemers sterk toe (seizoenspiek). De aantallen van de eerste seizoenspiek blijven onder die van vorig jaar. Mogelijk kunnen de gebruikelijke, veelal buitenlandse, extra’s gemakkelijker ingezet worden (ook uitbreiding contingent), en zijn er daardoor minder eenmalige seizoenskrachten.