Arbeidsmarktanalyse - interactieve statistieken en snelle ramingen van de tewerkstelling

Eerste kwartaal 2023

Periodiciteit: Kwartaal

Laatste updates: 04/07/2023

De Arbeidsmarktanalyse geeft een beeld van de evolutie van de bezoldigde tewerkstelling in België.

De Arbeidsmarktanalyse bevat dynamische tijdreeksen die op beknopte wijze de evolutie van de loontrekkende tewerkstelling schetsen aan de hand van 3 facetten, het aantal personen die op het einde van het kwartaal zijn tewerkgesteld, het aantal arbeidsplaatsen op het einde van het kwartaal en het arbeidsvolume gedurende het kwartaal uitgedrukt in voltijdsequivalenten. De meer gedetailleerde analyse per kwartaal kan u terugvinden op de pagina Arbeidsmarktanalyse: gedetailleerde kwartaalgegevens.

In de snelle ramingen wordt reeds een inschatting gemaakt van het recentste kwartaal hernomen aan de hand van dezelfde indicatoren, maar op basis van nog niet volledige gegevens onder de vorm van een een nieuwsbrief en een aantal tabellen op "Meest recente gegevens". De vorige edities blijven downloadbaar in de archieven.

Kies de gewenste variabele


In de snelle ramingen wordt reeds een inschatting gemaakt van het recentste kwartaal hernomen aan de hand van van 3 facetten, het aantal personen die op het einde van het kwartaal zijn tewerkgesteld, het aantal arbeidsplaatsen op het einde van het kwartaal en het arbeidsvolume gedurende het kwartaal uitgedrukt in voltijdsequivalenten.

Arbeidsmarktanalyse voor het eerste kwartaal 2023

Na de sterke heropleving van de arbeidsmarkt in 2022, is de groei van de loontrekkende tewerkstelling in het eerste kwartaal 2023 heel wat beperkter.

Ten opzichte van dezelfde periode in 2022, nam het aantal jobs (arbeidsplaatsen), net als het aantal personen met een job, toe met +0,8%. Het gepresteerde arbeidsvolume (uitgedrukt in voltijdsequivalenten) nam ook toe (+1,2%), de tijdelijke werkloosheid – corona is volledig weggevallen.

Sectoranalyse

Landbouw, bosbouw en visserij

In de land- en tuinbouw bestaat de loontrekkende tewerkstelling in belangrijke mate uit seizoensarbeid in de vorm van gelegenheidsarbeid. Het aantal arbeidsplaatsen op 31 maart 2023 was -5,3% lager dan in 2022. Het arbeidsvolume lag in het tweede kwartaal wel -3,5% lager dan in het eerste kwartaal 2022.

Industrie en bouw

In het eerste kwartaal 2023 steeg in de “Industrie, energie en Bouw” zowel het aantal arbeidsplaatsen (+0,8% t.o.v. 2022) als het arbeidsvolume (+0,4% t.o.v. 2022).

In een aantal deelsectoren steeg het arbeidsvolume en het aantal arbeidsplaatsen ten opzichte van het eerste kwartaal 2022. De sterkste groeiers zijn de farmaceutische nijverheid (+4,0% in arbeidsplaatsen en +4,7% in arbeidsvolume), de voedingsnijverheid (+1,3% in arbeidsplaatsen en +0,8% in arbeidsvolume) en de “Vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen, n.e.v” (+2,3% in arbeidsplaatsen en +3,3% in arbeidsvolume). In de “vervaardiging van transportmiddelen” steeg het arbeidsvolume met 4,4% maar daalde de tewerkstelling in arbeidsplaatsen licht (-0,5%). In de “Textiel, kleding en leernijverheid” (-1,9% in arbeidsplaatsen en -4,7% in arbeidsvolume) en in de “Vervaardiging van producten van kunststof en rubber” (-3,5% in arbeidsplaatsen en -4,6% in arbeidsvolume).

In de bouw steeg het aantal arbeidsplaatsen (+1,1%) maar daalde het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten  zeer licht (-0,3%) ten opzichte van het eerste kwartaal 2022.

Dienstverlenende sectoren

Globaal stegen zowel het aantal arbeidsplaatsen (+1,1% t.o.v. 2022) als het arbeidsvolume (+1,8% t.o.v. 2022). In de meeste deelsectoren is de trend licht positief, zelfs in de financiële sector, na de lange periode van de structurele daling van de tewerkstelling. In de sectoren “Informatie en communicatie” (+4,2% in arbeidsplaatsen, +4,8% in arbeidsvolume) en “Vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten” (+5% in arbeidsplaatsen, +5,9% in arbeidsvolume) is de trend al enige tijd structureel sterk positief. De sterk positieve trend in de  sector “Administratieve en ondersteunende diensten” is omgekeerd naar licht negatief, vooral door de beperktere inzet van uitzendkrachten (-1,6% in arbeidsplaatsen, -1,3% in arbeidsvolume).

Ten opzichte van het eerste kwartaal 2022 (waarin de horeca nog beperkingen kreeg opgelegd) steeg het aantal arbeidsplaatsen in het eerste kwartaal 2023 nog behoorlijk fors (+4,5% in arbeidsplaatsen en +12,9% in arbeidsvolume. De tewerkstelling in de horeca komt daarmee in arbeidsvolume licht boven het niveau van 2019.

In de niet-commerciële dienstverlening was de impact van de coronacrisis op de tewerkstelling relatief beperkt. In het eerste kwartaal 2023steeg de tewerkstelling (+0,7% in arbeidsplaatsen, +0,9% in arbeidsvolume t.o.v. 2022). De groei was er vooral in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (+1,1%  in arbeidsplaatsen en arbeidsvolume t.o.v. 2022). Bij “Kunst, amusement en recreatie” is er een sterke herneming ten opzichte van het eerste kwartaal 2022 dat nog onderhevig was aan een aantal beperkende coronamaatregelen (+4% in arbeidsplaatsen, +8% in arbeidsvolume).

Uitzendarbeid

De vraag naar arbeidskrachten via uitzendarbeid valt sterk terug. Eind maart 2023 werden in de uitzendarbeid minder arbeidsplaatsen geteld dan eind december 2022 (-14% bij arbeiders, -6% bij bedienden). Het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten daalde eveneens ten opzichte van het eerste kwartaal 2022 (-11% ; -11,5% bij arbeiders, -10% bij bedienden).

Privé versus overheid

De toename in het aantal arbeidsplaatsen vond zowel plaats in de privésector (+1% t.o.v. 2022), als bij de overheidssector (+0,3% t.o.v. 2022).

De toename van het arbeidsvolume deed zich hoofdzakelijk voor in de privésector (+1,6% t.o.v. 2022), in de overheidssector was de stijging van het arbeidsvolume beperkter (+0,2% t.o.v. 2022).

Werknemersprofiel

De toename van het aantal arbeidsplaatsen was sterker bij vrouwen (+1,2%) dan bij mannen (+0,5%). De toename van het arbeidsvolume was eveneens groter bij vrouwen (+1,8%) dan bij mannen (+0,7%).

De stijging van het aantal arbeidsplaatsen is het sterkst bij de oudste leeftijdsgroepen, (+1,5% bij de groep 50 tot en met 64 jaar, +15,9% bij de 65+). De toename bij deze oudste leeftijdsgroep is vooral het gevolg van de toename van de flexijobs. Ook het herstel van het arbeidsvolume deed zich sterker voor in de oudste leeftijdsgroepen (+1,8% bij de groep 50 tot en met 64 jaar, +17% bij de 65+).

De toename van het aantal arbeidsplaatsen was het sterkst bij de inwoners van het Brussels Gewest  (+2,8%, tegenover +0,9% voor het Vlaams Gewest en +0,2% voor het Waals Gewest) en ook het herstel van het arbeidsvolume was het sterkst bij de inwoners van het Brussels Gewest (+4,2%, tegenover ongeveer +1,1% in het Vlaamse Gewest en +0,5% in het Waalse Gewest).

 

Meest recente gegevens


 

Tijdreeksen voorgaande kwartalen


Kies de gewenste variabele

Kies de gewenste meeteenheid

Kwartaal/kwartalen

    De informatie heeft betrekking op alle werkgevers en werknemers die onder de Belgische sociale zekerheid vallen. Behoudens een aantal uitzonderingen (internationale akkoorden, bilaterale conventies) is het Belgische socialezekerheidsstelsel van toepassing op iedere werknemer die prestaties verricht op het Belgische grondgebied voor een werkgever die in België is gevestigd, maar ook voor werkgevers in het buitenland die een exploitatiezetel in België hebben waar de werknemer afhankelijk van is.

    Als basis voor de tijdsreeks worden de gegevens van de administratieve databank gebruikt zoals die ongeveer 20 weken na het verstrijken van het kwartaal opgeslagen zijn. Voor de schatting van de meest recente gegevens wordt gebruik gemaakt van minder volledige gegevens, ongeveer 10 weken na het verstrijken van het kwartaal opgeslagen zijn. Van de mogelijk nog ontbrekende aangiften wordt een inschatting gemaakt op basis van de werknemersstromen. Voor ontbrekende aangiften wordt een raming gemaakt op basis van de aangiftes van voorgaande kwartalen.

    Van zodra voor het meest recente kwartaal 20 weken verstreken zijn, worden de volledigere gegevens verwerkt en worden deze in de tijdsreeks opgenomen.

    De variabelen zijn:

    • aantal arbeidsplaatsen,
    • aantal tewerkgestelde werknemers,
    • het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten.

    De classificatiecriteria zijn:

    • hoedanigheid (arbeider, bediende, ambtenaar),
    • type arbeidsprestatie (voltijds, deeltijds,..),
    • sectorgroep op basis van het paritair comité,
    • leeftijd,
    • geslacht,
    • woonplaats,
    • economische activiteit,
    • sector (privé/overheid),
    • dimensie van de werkgever.

    Raadpleeg meer gedetailleerde omschrijvingenvan deze variabelen en criteria op de pagina Globale methodologie van de RSZ-statistieken.

    In alle tabellen zijn gegevens van voorgaande kwartalen opgenomen. De vergelijking van de gegevens op jaarbasis biedt een beeld van de trend, terwijl de vergelijking met de voorgaande kwartalen ook beïnvloed wordt door seizoenschommelingen. Bij de vergelijking met vroegere kwartalen moet verder ook rekening gehouden worden met wijzigingen in de administratieve procedures en verschuivingen tussen privé- en overheidssector en tussen activiteitssectoren als gevolg van activiteitswijziging, transferten, splitsingen of fusies van ondernemingen.


    Kies een formaat