Arbeidsmarktanalyse voor het tweede kwartaal 2021

Raadpleeg de analyse van de arbeidsmarkt voor het tweede kwartaal van 2021.

Ten opzichte van dezelfde periode in 2020 vertoonde de loontrekkende tewerkstelling in het tweede kwartaal 2021 een beeld van heropleving. Het aantal jobs (arbeidsplaatsen) (+2,3%) en het aantal mensen met een job (tewerkgestelde werknemers) (+1,8%) nam toe, het gepresteerde arbeidsvolume (uitgedrukt in voltijdsequivalenten) herstelde sterk (+13,6%).

De beperkingen vielen stapsgewijze weg in het tweede kwartaal 2021 en dat zorgde voor een herstel bij de zeer tijdelijke jobs. Daarmee is het aantal arbeidsplaatsen en het aantal tewerkgestelde werknemers op 30 juni al gestegen tot boven het niveau van voor de coronacrisis (+1,6%, resp. +1,4% tov 30 juni 2019).

Vooral in het begin van het tweede kwartaal 2021 zette de coronacrisis nog een rem op heel wat sectoren (de paaspauze), maar veel minder sterk dan in het tweede kwartaal 2020. Het arbeidsvolume steeg daardoor sterk ten opzichte van 2020 maar bleef nog licht onder het niveau van het tweede kwartaal 2019 (-1,8%).

Coronacrisis en arbeidsmarkt

De volledige of gedeeltelijke sluiting van heel wat ondernemingen uit zich in hoofdzaak op twee manieren op de arbeidsmarkt: het toepassen van tijdelijke werkloosheid en het stopzetten of niet hernieuwen van tijdelijke contracten. Die fenomenen zijn beide zichtbaar in de cijfers, zij het op een andere manier.

Bij tijdelijke werkloosheid blijft de band tussen werknemer en werkgever behouden, maar worden geen of slechts gedeeltelijke prestaties verricht. Dat geeft een directe daling van het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten.

Het stopzetten of niet hernieuwen van tijdelijke contracten geeft vooral in de sectoren waar veel zeer tijdelijke contracten voorkomen (uitzendsector, horeca,…) een onmiddellijke daling van het aantal arbeidsplaatsen. Omdat deze zeer tijdelijke jobs (zoals de flexi-jobs in de horeca) vaak bijkomende jobs zijn, is de daling van het aantal tewerkgestelde werknemers minder uitgesproken. Ook het verlies aan arbeidsvolume van deze jobs is eerder beperkt.

Landbouw, bosbouw en visserij

In de land- en tuinbouw bestaat de loontrekkende tewerkstelling in belangrijke mate uit seizoensarbeid, in de vorm van gelegenheidsarbeid. Maatregelen werden genomen om het aanbod aan arbeidskrachten, dat in gewone tijden voor meer dan 75% uit het buitenland afkomstig is, op peil te houden. Het arbeidsvolume lag in het tweede kwartaal 1,6% hoger dan in het tweede kwartaal 2020.

Industrie en bouw

De industrie en de bouw behoorden in de eerste lockdown niet tot de sectoren die van overheidswege zijn gesloten. Wel was er in het tweede kwartaal 2020 een sterke daling van het arbeidsvolume, voornamelijk door de aanpassingen aan de coronaregels. In het tweede kwartaal 2021 hadden de meeste deelsectoren zich wel aangepast en daardoor steeg het arbeidsvolume tot bijna op het pre-coronaniveau (+16% t.o.v. 2020, - 2% t.o.v. 2019). De farmaceutische nijverheid kende geen terugval in 2020 en kent ook in 2021 nog een sterke groei (+5%). Vooral de sector ‘Vervaardiging van transportmiddelen’ blijft nog fors onder het niveau van 2019 (-15%). Het aantal arbeidsplaatsen steeg globaal maar in beperkte mate (+0,9%).

Dienstverlenende sectoren

In de commerciële dienstverlening werden heel wat sectoren tijdens de eerste lockdown tot ver in het tweede kwartaal 2020 gedwongen tot een volledige of gedeeltelijke sluiting. Ook in het tweede kwartaal 2021 waren vooral in het begin van het kwartaal nog heel wat van die sectoren getroffen.

Doordat er meer werknemers met zeer korte contracten aan de slag waren, was er in 2020 een grotere terugval in arbeidsplaatsen. Een belangrijk deel van die werknemers was in het tweede kwartaal 2021 opnieuw aan de slag. Het aantal arbeidsplaatsen steeg globaal (3,4% t.o.v.  2020, +1% t.o.v. 2019). Het arbeidsvolume steeg globaal (+21,3% t.o.v. 2020), maar bleef nog wel onder het niveau van 2019 (-4,5%). Uitschieter is de horeca (nog -45% t.o.v. het 2de kwartaal 2019).  

In de niet-commerciële dienstverlening was de impact van de coronacrisis op de tewerkstelling relatief beperkt. Het waren vooral de sectoren ‘Kunst, amusement en recreatie, sport’ en de ‘Overige persoonlijke diensten’ die hun activiteiten moesten verminderen of volledig stopzetten. In het tweede kwartaal 2021steeg het aantal arbeidsplaatsen (+1,9% t.o.v. 2020, +2,2% t.o.v. 2019) en het arbeidsvolume (+5,6% t.o.v. 2020, +1,1% t.o.v. 2019). De groei was er vooral in het onderwijs (+4,3% in arbeidsplaatsen en arbeidsvolume t.o.v. 2019) en in de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (+2,5% in arbeidsplaatsen, +1,8% in arbeidsvolume t.o.v. 2019).

Uitzendarbeid

De vraag naar arbeidskrachten via uitzendarbeid herstelde sterk. Eind juni 2021 werden in de uitzendarbeid wel 24% meer arbeidsplaatsen geteld dan eind juni 2020 (+22% bij arbeiders, +28% bij bedienden), en dat waren er al iets meer dan eind juni 2019 (-2% bij arbeiders, +7% bij bedienden). Het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten steeg sterk ten opzichte van het tweede kwartaal 2020 (+47% ; +46% bij arbeiders, +48% bij bedienden) maar bleef nog onder het niveau van het tweede kwartaal 2019 (-2,7%; -5,5% bij arbeiders, +1,5% bij bedienden.

Privé versus overheid

De toename in het aantal arbeidsplaatsen vond zowel plaats in de privésector (+2,4% t.o.v. 2020),  als bij de overheidssector (+1,9% t.o.v. 2020). In beide sectoren is daardoor het aantal arbeidsplaatsen op 30 juni 2021 hoger dan op 30 juni 2019 (+1,3% voor de privé, +2,2% voor de overheidssector en onderwijs).

De toename van het arbeidsvolume deed zich hoofdzakelijk voor in de privésector (+18,6% t.o.v. 2020), maar het arbeidsvolume bleef nog onder het niveau van 2019 (-3,5% t.o.v. 2019). In de overheidssector was er een stijging van het arbeidsvolume (+3%) en kwam daarmee boven het niveau van 2019 (+2,2%).

Werknemersprofiel

 De toename van het aantal arbeidsplaatsen was vrijwel even sterk bij mannen (+2,2%) als bij vrouwen (2.4%). Ook het herstel van het arbeidsvolume was ongeveer  gelijk (+14% bij mannen en +13% bij vrouwen).

De stijging van het aantal arbeidsplaatsen was het sterkst bij de jongste leeftijdsgroepen, maar die waren ook het hardst getroffen. Ook het herstel van het arbeidsvolume deed zich vooral voor in de jongste leeftijdsgroepen (+22,7% bij de jongeren onder 25 jaar, +14,2% bij de groep van 25 tot 39 jaar), maar alleen de oudste leeftijdsgroepen zitten al boven het niveau van 2019.

De toename van het aantal arbeidsplaatsen was het grootst bij de inwoners van het Waals Gewest (+1,8%). Het herstel van het arbeidsvolume was het sterkst bij de inwoners van  het Brussels Gewest (+15,7%), maar ten opzichte van 2019 is het arbeidsvolume nog steeds het sterkst gedaald (-4%).