Een blue heart voor slachtoffers van mensenhandel: twee inspecteurs getuigen

Op 30 juli is het Internationale dag tegen mensenhandel, de dag waarop de Verenigde Naties met de Blue Heart Campaign wereldwijd aandacht vragen voor slachtoffers van mensenhandel. Ook dit jaar steunt de RSZ het initiatief.

Eén van de meest voorkomende vormen van mensenhandel in België is economische uitbuiting. De slachtoffers zijn meestal goedkope, buitenlandse arbeidskrachten die in mensonwaardige omstandigheden werken en wonen. Van een acceptabel loon of een veilig onderkomen is amper sprake. Van sociale fraude, criminele activiteiten en arbeidsrechtelijke inbreuken des te meer. Economische uitbuiting ondermijnt ons socialezekerheidsstelsel en ons arbeidsrecht. Redenen genoeg om dit fenomeen aan te pakken.

De gespecialiseerde teams van de Inspectiedienst zetten zich dagelijks in om mogelijke slachtoffers van mensenhandel te detecteren. Maar hoe doen ze dat? En wat gebeurt er met een slachtoffer? We vroegen het aan Steffie en Tibo, twee inspecteurs die sinds 2022 bij de RSZ werken.

Kunnen jullie iets meer over vertellen over de onderzoeken naar mensenhandel?

Tibo: Onderzoeken naar mensenhandel zijn erg complex. Het is soms lastig om een zaak goed in kaart te brengen omdat de slachtoffers niet altijd bereid zijn om mee te werken. Ze zijn bang of voelen zich geïntimideerd.

Maar we staan er gelukkig niet alleen voor. Vaak werken we samen met andere diensten en disciplines, zoals politie en parket.

Hoe komen jullie mogelijke slachtoffers van mensenhandel op het spoor? In welke omstandigheden treffen jullie ze aan?

Steffie: We voeren in de loop van het jaar verschillende proactieve controles en acties uit in risicosectoren, waaronder handcarwashes, prostitutie, nachtwinkels en exotische horeca. Zodra we in een zaak binnenkomen, gaan we na of er mogelijke slachtoffers aanwezig zijn. We letten vooral goed op de woon- en werkomstandigheden van de werknemers, hun verblijfsrecht, hun loon en de arbeidsduur. Soms zijn er ook verzwarende omstandigheden zoals geweld, bedreiging en dwang. Als de werknemers ook op de werkplaats wonen, doen we een extra controle op de voorzieningen, de bewegingsvrijheid en de veiligheid en hygiëne van de woonst.

Wat gebeurt er als jullie een slachtoffer aantreffen?

Tibo: Eerst identificeren we het slachtoffer en verhoren hem uitvoerig. Vaak hebben we daar de hulp van een tolk voor nodig. Ter afsluiting van het verhoor zetten we de rechten en plichten van het statuut ‘vermoedelijk slachtoffer van mensenhandel' uiteen.

Vervolgens contacteren we de dienstdoende arbeidsauditeur en een opvangcentrum. De arbeidsauditeur beslist of de betrokkene het statuut van slachtoffer mensenhandel krijgt. Als het slachtoffer gebruik wil maken van de beschermingsprocedure, dan wordt hij overgebracht naar een gespecialiseerd opvangcentrum zoals Payoke, PAG-ASA en Sürya. In het centrum krijgen ze steun en medische, sociale, psychologische en juridische bijstand.

Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak angst om hun verhaal te vertellen uit schrik voor represailles of uit schaamte. Hoe slagen jullie erin om hun vertrouwen te winnen?

Steffie: Allereerst lichten we onze functie en de reden van het verhoor toe. We beklemtonen dat we hen willen helpen en hopen dat er zo een vertrouwensband ontstaat. Pas als die band er is, durft het slachtoffer de volledige waarheid te vertellen.

Als je een open houding aanneemt, maakt dat al veel verschil. Toen ik begon bij de RSZ nam ik deel aan een actie naar privéprostitutie. We verhoorden een vrouw die zich aanvankelijk zeer terughoudend opstelde. Door haar alle ruimte te geven om haar verhaal te vertellen en ons in te leven in haar situatie kreeg ze gedurende het verhoor vertrouwen in ons. Door op een rustige manier telkens meer door te vragen naar de details van haar tewerkstelling heeft ze op het einde van het verhoor toch durven toegeven dat ze fysiek was aangevallen en tegen haar wil bepaalde seksuele handelingen had moeten doen.

Wat is de meest schrijnende situatie die jullie al meegemaakt hebben? Zijn er andere situaties die jullie niet snel zullen vergeten?

Tibo: Ik herinner me een controle in een vleesverwerkend bedrijf die veel indruk heeft gemaakt. De werknemers moesten zonder beschermende kledij werken in een ruimte waar de geur van dierlijke uitwerpselen niet te harden was. Ze moesten de hele nacht door werken, van 19 uur ‘s avonds tot 12 uur ’s middags de volgende dag. Voor de chauffeur die hen ’s nachts met minibusjes van de ene naar de andere werkplek bracht, waren geen pauzes voorzien. De werknemers woonden samen in veel te kleine kamers met onvoldoende sanitair. Het was echt mensonterend.

De Blue Heart Campaign is een mooi initiatief om mensen te sensibiliseren voor mensenhandel. Is het voldoende volgens jullie?

Steffie: Mensen beseffen te weinig hoe vaak mensenhandel en economische uitbuiting voorkomen in België. Het zou goed zijn als er in media en in het straatbeeld nog meer aandacht was voor het onderwerp. Spotjes op radio en tv, affiches op bushokjes, interviews met experts in talkshows: alle middelen zijn goed om meer aandacht en begrip te genereren. Niet alleen voor ons, de inspecteurs, maar vooral voor de slachtoffers.

Meer weten over mensenhandel

Ben je geïnteresseerd mensenhandel? Neem dan eens een kijkje op een van de volgende websites. De verhalen die je er vindt, laten je zeker niet onberoerd.