Iets meer uitzendkrachten in 2024 – met dank aan de flexi-jobs

In 2024 nam het aantal uitzendkrachten en -opdrachten opnieuw licht toe, ondanks een daling van de klassieke uitzendarbeid. Dat blijkt uit het jaaroverzicht van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). De cijfers bevestigen bovendien dat uitzendarbeid voor veruit de meeste werknemers een tijdelijke vorm van tewerkstelling blijft. 

Flexi-jobs maken daling goed 

In haar geheel genomen nam de uitzendarbeid in 2024 licht toe, met meer werknemers (+1,2%), meer opdrachten (+0,7%) en een hogere loonmassa (+0,2%). Het arbeidsvolume in voltijdsequivalenten (VTE) nam echter af (- 2,4%).   

De groei is grotendeels toe te schrijven aan het succes van de flexi-jobs waarvan een aanzienlijk deel via de uitzendsector geregeld wordt. De klassieke uitzendarbeid daalde namelijk in 2024 ten opzichte van 2023. Alle indicatoren gingen erop achteruit: het aantal uitzendwerknemers (-3,2%), het aantal opdrachten (-3,5%) het arbeidsvolume in VTE (-4,3%) en de loonmassa (-1,8%). De cijfers wijzen op een verdere afkoeling van de arbeidsmarkt.   

‘Big five’ zijn grootste gebruikers 

Laten we de flexiarbeid buiten beschouwing, dan zien we dat er in 2024 nog 50.815 ondernemingen gebruikmaakten van klassieke uitzendkrachten, wat goed was voor 592.173 opdrachten. In 2023 ging het nog om 52.241 ondernemingen en 613.641 uitzendopdrachten. 

De grootgebruikers zaten vooral in vijf sectoren: de industrie, de handel, de logistiek, de horeca en de administratieve dienstverlening. Die ‘big five’ staan voor meer dan driekwart van de uitzendopdrachten en vier vijfde van het gepresteerde arbeidsvolume. Vooral de industrie en de handel zijn heel belangrijk voor de klassieke uitzendarbeid. Bijna 1 op 4 werknemers was in 2024 aan de slag in de industrie. In de handel ging het om meer dan 1 op 5.  

Tijdelijke tewerkstelling 

Een klassieke uitzendkracht werkt jaarlijks gemiddeld 438,6 uur. Het gros van de werknemers maakt maar gedurende een beperkte periode gebruik van het systeem. Zo presteerden meer dan 113.000 werknemers minder dan 80 uur per jaar. Dat komt grofweg overeen met twee weken in een voltijdse uitzendjob. Voor de meeste werknemers gaat het dus eerder om een tijdelijke oplossing dan om structurele tewerkstelling. 

Meer mannen dan vrouwen 

Er zijn in de klassieke uitzendarbeid meer mannen aan de slag dan vrouwen. Mannen presteren ook meer uren. In 2024 werkte 23,1% van de mannen meer dan 800 uur als uitzendkracht, tegenover slechts 15,9% van de vrouwen.  

Meer informatie 

Jaarstatistieken over uitzendtewerkstelling